Naar aanleiding van de laatste publiciteitsgolf vonden we op het gastenboek van Belly Wien het onderstaande bericht, van zomaar een cultuurhistorica... beetje laat maar zeker de moeite waard.
Citeer:
Llewellyn Bogaers: Tegen de brandbrief
Beste mensen van Circus Belly Wien.
ik ben zeer onder de indruk van de manier waarop Circus Belly Wien met de dieren omgaat en heb dan ook de volgende brief naar de gemeente Utrecht, RTV-Utrecht en AD/UN gestuurd:
Krokodillentranen
Belly Wien is terug in het Griftpark! Het maakt me blij: wat heb ik vorig jaar genoten van de giraf en de andere dieren. Een dierentuin om de hoek. Ook toen werd er al gemompeld: dit is dierenmishandeling. Maar is het waar? Ik maak weer een rondje over het terrein. De tijgers liggen ontspannen te slapen, de paarden glanzen, de honden lopen onaangelijnd achter hun bazin aan en ook de dromedarissen ogen tevreden. De circusmensen zijn verdrietig om de plotselinge dood van hun giraf, door een koliek.
Wie de tijd neemt om te kijken hoe hier met de dieren omgegaan wordt, ziet hoe goed deze dieren behandeld worden. Daarom stralen ze zo’n rust uit.
Toch wordt in de brandbrief die gisteren door 24 gemeenten naar staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken gestuurd is, vermeld dat de dieren ernstige gedragsstoornissen hebben. De gemeente Utrecht is één van de ondertekenaars. Weten de ondertekenaars wel hoe het er bij Belly Wien aan toe gaat? In alle openheid laten de circusmedewerkers zien hoe zij met de dieren omgaan. Er zijn geen littekens, geen sporen van geweld, de dieren zijn niet angstig of geïrriteerd.
Waarom dan toch deze aanklacht? Is hier sprake van een tunnelvisie? Helpt het als we ons bedenken dat de meerderheid van de mensheid in slechtere omstandigheden leeft en werkt? Dat verdient onze verontwaardiging. Waar er ook sprake kan zijn van mishandeling: niet in Circus Belly Wien. Deze mensen zijn met hart en ziel bij hun dieren betrokken. En zij maken mensen blij! Kom maar kijken.
Utrecht, 4 september 2014,
Dr. Llewellyn Bogaers, cultuurhistorica.
Deze brief is ook verstuurd aan het gemeentebestuur van Utrecht.