Ik had niet anders verwacht dan dat de minister op een verstandige manier zou antwoorden en niet in zou gaan op de uitingen van dieractivisten.
Dat het ministerie geen hoge pet op heeft van dieractivisten bleek reeds uit een kamerstuk van 12 april 2007. SP Kamerlid Van Velzen had de propagandistische woordkeus van dieractivisten opgenomen in een kamervraag. Zie hier de vraag en het antwoord dat geen spaan heel laat van de activistentaalkeus:
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen (SP) over richtlijnen voor wilde dieren in het circus (ingezonden 12 maart 2007).
1
Is het waar dat de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) de door de Vereniging van Nederlandse Circus Ondernemingen (VNCO) opgestelde brancherichtlijnen voor het welzijn van dieren in het circus heeft afgekeurd? Zo ja, wat zijn daarvan de gevolgen voor de circussector en de brancherichtlijnen? (Persbericht van Wilde Dieren de Tent Uit, 8 maart 2007, http://www.wildedierendetentuit.nl)
Nee, de RDA meent dat het rapport “Welzijn circusdieren, Richtlijnen voor het houden en laten optreden van dieren in circussenâ€, moet worden gezien als een eerste aanzet om tot degelijk onderbouwde richtlijnen te komen. De RDA doet de nodige suggesties voor aanpassingen door de VNCO.
In het nieuwste antwoord van de minister is ze ook duidelijk over de dieractivisten:
Betreffende uw vraag naar de legitimiteit van de handelwijzen van actievoerders bij circussen kan ik u mededelen dat het bekladden van posters onder vernieling van artikel 171 van het Wetboek van Strafrecht valt. Dit is dus verboden. Het uitjouwen van het publiek bij de ingang van circussen is vooraleer een situatie waarin de gemeente, als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid, in kan grijpen. Verder kan het uitjouwen, afhankelijk van de gebruikte teksten, onder belediging als bedoeld in het Wetboek van Strafrecht vallen. Hiervan kan aangifte worden gedaan bij de politie. Aangifte kan ook worden gedaan in het geval er sprake is van het bedreigen of lastig vallen van medewerkers van circussen. Het is vervolgens aan de politie en het Openbaar Ministerie om te beoordelen of in een concreet geval tot opsporing en uiteindelijk tot vervolging kan worden overgegaan.
Een aantal gemeenten had reeds in 2006 een gewijzigde opstelling tegenover dieractivisten. Ze mochten aldaar niet demonstreren OP het evenemententerrein, maar wel NAAST het evenemententerrein. In de praktijk betekent dat dus op de stoep aan de overkant of, zoals in Haarlem waar een stoep ontbreekt, 300 meter van het circus vandaan op een parkeerterrein. Ook was in meerdere gemeenten de politie reeds op voorhand aanwezig om in te kunnen grijpen als de demonstratie uit de hand zou lopen.
De politiek, is net als de circusbranche, voorstander van regelgeving betreffende circusdieren. Maar als dieractivisten in Nederland verder gaan met demonstreren dan gooien ze hun eigen ruiten vroeger of later in en wordt hun woord niet gehoord door de beleidsmakers.
_________________
Ron Mikkenie (CircusVreugd )
http://www.klassiekcircus.nlWie de jeugd heeft, heeft de toekomst!