Drie advertenties naar aanleiding van het overlijden van Gerrit Reus in de Volkskrant van vandaag.
De eerste, zoals gebruikelijk, van de familie. Boven zijn naam staat: Ik heb altijd circus in mijn hoofd. Onder de naam wordt hij omschreven als: 'onze allerliefste dromer, bescheiden en authentiek', alsmede de vermelding dat hij is onderscheiden met de Maartenspenning. Gerrit Reus werd op 20 augustus 1951 geboren in Grootebroek en overleed afgelopen maandag, 19 januari, in Utrecht. Verder de mededeling dat hij aanstaande zaterdag, 24 januari, herdacht zal worden in de hem altijd na aan het hart gelegen hebbende Stadsschouwburg van Utrecht, Lucasbolwerk 24. Belangstellenden die afscheid van hem willen nemen zijn daar welkom vanaf 10.00 uur voor een informeel samenzijn en een laatste groet. Om 11.00 uur arriveert de familie en volgt een afscheidsceremonie. Daarna zal hij in besloten kring worden begraven. Condoleances kunnen gestuurd worden aan: Familie Reus - Hagen, p/a Strikt Persoonlijk Uitvaart, Nobelstraat 135, 3512 EM Utrecht.
De tweede advertentie is geplaatst door bekenden uit de theaterwereld. Daarin wordt gesteld dat ze hun grote theatervriend erg zullen gaan missen. Alsmede de mooie omschrijving: Nederlands enige "circusprofessor", altijd eerlijk, altijd betrouwbaar, altijd met liefde en met grote kennis van het theatervak.
De derde advertentie is afkomstig van de Stadsschouwburg Utrecht en ondertekend door directeur Lucia Claus, namens alle medewerkers, de Raad van Toezicht en het bestuur van de Stadsschouwburg Foundation. Er wordt geopend met eigen woorden van Gerrit Reus: "Circusmensen nemen geen afscheid, maar houden gewoon op en trekken verder". Dan volgt een beknopte samenvatting van zijn werkzaamheden bij de Stadsschouwburg, waar hij van 1984 tot 2012 in dienst was, waarvan de laatste 20 jaar als adjunct-directeur. Voorts dat zijn naam onlosmakelijk verbonden is met het succesvolle en vernieuwende kerstcircus CASCADE dat hij afgelopen december voor de 26e keer produceerde en regisseerde. Zijn gedrevenheid en vakmanschap worden bewonderd. Gesteld wordt dat hij voor de schouwburg van grote betekenis is geweest. Uiteraard gaan de gedachten uit naar zijn nabestaanden.
|